In Nederland wordt de scheiding der machten als een essentieel fundament van de democratische rechtsstaat beschouwd. Het idee is simpel: de wetgevende macht (de politiek) maakt de wetten, de uitvoerende macht (de regering) voert ze uit, en de rechterlijke macht beoordeelt of wetten in lijn zijn met de grondwet en andere rechten. Maar de laatste jaren is er steeds meer sprake van het uitoefenen van politieke invloed op de rechterlijke macht, wat een ernstige bedreiging vormt voor de onafhankelijkheid van de rechtspraak.