Femicide. Een woord dat de meeste mensen pas sinds kort in het Nederlandse nieuws horen, maar dat wereldwijd allang bekend is als een epidemie van geweld tegen vrouwen. Het gaat hier niet om ‘gewone’ moord. Het is moord op vrouwen, puur omdat ze vrouw zijn. Omdat ze niet gehoorzamen. Omdat ze ‘nee’ durven zeggen. Omdat een man zich in zijn eer gekrenkt voelt. Of, zoals het in Nederland vaak verzachtend heet: ‘een uit de hand gelopen relationeel conflict’. De cijfers liegen niet. In Nederland worden gemiddeld tussen de 35 en 45 vrouwen per jaar vermoord, volgens het CBS. Dat zijn er bijna één per week. In bijna 70 procent van de gevallen is de dader de (ex-)partner. Femicide is dus geen ver-van-mijn-bed-show, geen exotisch probleem uit verre landen. Het gebeurt hier. In onze straten. In onze huizen. Achter gesloten deuren. Vergelijken we dit met andere landen, dan wordt het contrast schrijnend. In Saoedi-Arabië bijvoorbeeld, een land waar vrouwenrechten pas recentelijk een klein beetje ...
Er zijn van die onderwerpen waar de publieke opinie altijd makkelijk op aanslaat. Iemand pleegt een misdaad, de krant schreeuwt het uit, en het volk brult mee: “Opsluiten, en de sleutel weggooien!” Het klinkt stoer, het voelt als gerechtigheid. Maar als we een stap terug doen, eerlijk naar de feiten kijken en vooral ook naar de toekomst, dan blijkt dat die korte celstraf vaak helemaal geen oplossing is. Zeker niet voor jongeren van 12 tot en met 18 jaar, en zelfs niet voor volwassenen daarboven. In veel gevallen werkt een taakstraf simpelweg beter. Beter voor de dader, beter voor de samenleving en uiteindelijk zelfs beter voor de belastingbetaler. Laten we beginnen bij de jongeren. Twaalf, dertien, veertien jaar oud — kinderen nog. Maar soms maken ze verkeerde keuzes. Winkeldiefstal, vernieling, soms zelfs geweld. Natuurlijk moet dat niet zonder gevolgen blijven, maar een celstraf? Alles wat je in een jeugdinrichting leert is hoe je een betere crimineel wordt. Je komt er binnen met een...